Schlegel-biograaf Frans van Ruth schrijft over de eerste uitvoering van Schlegels Vioolsonate in Haarlem: “Op 18 januari 1910 vond in de grote concertzaal van de ‘Vereeniging’ een concert plaats dat geheel gewijd was aan composities van Leander Schlegel: de Deutsche Liebeslieder en enige andere liederen, enkele werken voor piano solo, de Zwei Frauenchöre en de allereerste uitvoering van de Vioolsonate. Uitvoerenden waren Anna Stronck-Kappel, Anna van Asbeck-Kluit en Willem Andriessen, de concertmeester van het Orkest van het Concertgebouw Christiaan Timner, en een koor van Haarlemse dames onder leiding van de componist.” De wereldberoemde Hongaarse violist Carl Flesch (1873–1944) zou Schlegels Vioolsonate op zijn concertrepertoire nemen.
Van Ruth: “In tegenstelling tot veel andere composities van Schlegel lijkt de vioolsonate in vrij korte tijd tot stand te zijn gekomen. Sinds omstreeks 1903 werd Schlegels muziek in Wenen steeds vaker uitgevoerd.” Aldus Schlegel-biograaf Frans van Ruth: “Zijn composities uit deze periode zijn dikwijls opgedragen aan personen uit het Weense muziekleven. Dit geldt ook voor de vioolsonate uit 1910. Deze is opgedragen aan Max Kalbeck, auteur van de eerste biografie van Brahms (1833-1897). Of het met deze opdracht samenhangt weten we niet, het middendeel van de vioolsonate is een van de meest Brahms-achtige stukken die Schlegel componeerde.
“Opvallend aan de twee hoekdelen van Schlegels vioolsonate is vooral het nogal behoudende metronoomcijfer. Dit moet ongetwijfeld gezien worden in het licht van de romantische uitvoeringspraktijk, waarin tempo niet slechts als een formeel gegeven maar zeker ook als een expressiemiddel wordt gezien. In andere woorden: het tempo mag zich ontwikkelen al naargelang het muzikale verloop van een compositie daarom vraagt. Hoe dit in zijn werk kan gaan, hebben Carl Flesch en Artur Schnabel in hun uitgave van de vioolsonates van Brahms door middel van toegevoegde metronoomcijfers laten zien.
“Flesch en Schnabel, misschien wel het bekendste viool-pianoduo van die tijd, speelden Schlegels vioolsonate in oktober 1911 in Berlijn en Arnhem. Er is een brief van Flesch aan Schlegel bewaard gebleven, waarin hij de uitvoering in Berlijn aankondigt en vraagt of die de wereldpremière zal zijn. Dit was niet het geval. Ze was al eerder uitgevoerd door Henri Marteau die toen ook Schlegels vioolconcert in Wenen, München, Berlijn, Amsterdam en Utrecht ten gehore bracht. De première van Schlegels vioolsonate was op 18 januari 1910 in Haarlem immers.
Quirine Scheffers studeerde aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag en behaalde daar het masterdiploma met onderscheiding. Eerst primarius van het Rubens Kwartet vervult zij deze posite nu in het Daniël Kwartet, en zij is plaatvervangend concertmeester van het Rotterdams Philharmonisch Orkest.
Lauretta Bloomer komt uit Oxford, studeerde piano aan de Royal College of Music in Londen en kamermuziek aan de Hochschule für Darstellende Kunst in Wenen. Zij was onder meer “pianist in residence” aan de University of Fine Arts in Banff, Canada, en trad op met Het Gelders Orkest, het Nederlands Philharmonisch en het Nederlands Kamerorkest.
Ludwig van Beethoven – Vioolsonate op. 96 nr. 10; Leander Schlegel – Vioolsonate op. 34 (1910); Leoš Janáček – Vioolsonate (1914)